plant

Galbanum – reuzevenkel met origineel, kruidig en groen aroma

Ferula galbaniflua of galbanum behoort tot de reuzevenkels die inheems groeien in Iran, Turkije, Libanon en Zuid Rusland.  De planten zijn vooral gekend voor hun gomharsen die al van oudsher gebruikt werden in rituelen en ceremonies. Zo vermeldt de bijbel het gebruik van galbanum als component van heilige zalf.

De plant heeft een stevige, dikke stengel met grijsgroene bladeren. Hij bevat een oleoresin, een natuurlijke mengeling van hars en etherische olie met een klein deeltje gom, dat aanwezig is in het melkachtige sap uit de stengel. Door het sap te verzamelen en in contact te brengen met de buitenlucht gaat het onmiddellijk stollen en bekom je een lichtbruine massa. Extractie van deze massa met behulp van solventen levert je vervolgens een absolue op zijnde een resinoid.

De etherische olie van galbanum is het resultaat van stoomdestillatie van de harsachtige substantie. De geur is kruidig, intens groen met een  houterige enigzins balsamieke ondertoon. Hij combineert goed met lavendel, benzoë en denoliën. Maar uit ervaring kan ik zeggen dat galbanum etherische olie een uplifting effect heeft op citrustonen. De fixatieve eigenschappen zorgen ervoor dat citrus veel langer behouden blijft in het totale geurconcentraat. De geur is uniek. Gebruik hem heel spaarzaam want het aroma overheerst snel. In de parfumwereld vind je  natuurlijke galbanum vooral terug in de Green perfumes – de Chypre en Fougère types- en zelfs in meer bloemige geurwaters.

Laat je echter niet misleiden. Sommige parfums bevatten de galbanum geur door synthetische moleculen zoals galbanum decatriene te gebruiken. Deze laatste hebben niet zo’n groenachtige tonen als de natuurlijke versie, zijn een stuk goedkoper en vooral, onnatuurlijk.

Ik heb de natuurlijke etherische olie van galbanum gebruikt in een solid perfume – Rowan. In een pommade kan je met slechts een kleine dosering een zeer uniek effect bekomen dat heel lang vasthoudt en een mooi evenwicht geeft aan de citrus en aan warmere houtige of aardse tonen van ceder en vetiver.

In de aromatherapie doet de etherische olie vooral dienst om de luchtwegen los te maken, wonden te helen en om nervositeit te kalmeren.

 

Geraadpleegde bronnen 

Perfume and flaver materials of natural origin – Steffen Arctander

Aromecum – Harmen Rijpkema

De DIY Parfumeur – Karen Vande Wiele

barutiperfumes.com

 

 

Hyssop (Hyssopus officinalis)

Hyssop is een struikachtig plantje van zo’n 60 cm hoog dat deel uitmaakt van de familie van de lipbloemigen of muntfamilie.  Heel veel aromatische planten behoren tot deze familie zoals pepermunt, citroenmelisse, gember. Net zoals alle planten werken aromatische planten onstekingsremmend. Kenmerkend voor deze planten is dat ze in staat zijn om spanningen op diverse plaatsen te verzachten. Zo werken ze ondersteunend voor spijsvertering, zenuwstelsel, vatenstelsel en luchtwegen.  Aromatische planten kennen hun toepassingen in zowel aroma- als fytotherapie en zijn uitstekend om tisanes van te maken.

Hyssop oogt zeer mooi in de tuin dankzij de paars-blauwe bloemetjes. Al zijn er  ook varianten met witte en roze bloemen. De plant kan door imkers gebruikt worden als lokplant voor bijen. Verder is hyssop interessant in de moestuin omdat slakken en koolwitjes er niet dol op zijn en zo op afstand blijven. De plant is inheems in  Zuid-Europa, in West-Azië en Marokko. Dankzij de Benedictijnen is de plant in de middeleeuwen in Midden Europa geraakt waar het toen een zeer gegeerd kruid was.

Blad en bloeiende toppen kunnen in de keuken gebruikt worden. Ze hebben een ietwat bittere-muntachtige smaak. Het kruid past bijvoorbeld  zeer goed in vleesgerechten , stoofpotjes of in soepen. Verder doet het dienst om diverse likeuren op smaak te brengen zoals Chartreuse.

Naar ondersteuning voor het lichaam is hysop bijzonder interessant voor de luchtwegen. Het bevordert het ophoesten en oplossen van slijmen. Het is verder ook hoeststillend en heeft onstekingsremmende eigenschappen op de longslijmvliezen. Hyssop remt de zweetsecretie en werkt koortwerend. Aangezien hysop een aromatische plant is, werkt ze tevens ook verzachtend op zenuwstelsel en dankzij de aanwezige bitterstoffen is dit kruid ook spijsverteringsbevorderend. Een goede manier voor het nuttigen van het kruid is via een tisane in combinatie met aantal andere planten die een gelijkaardige werking hebben. Wij maken gebruik van hyssop in de tisane ‘Verademing’.

Uitwendig vermindert de plant zwellingen en werkt hij ontsmettend en wondhelend.

Er kan ook etherische olie gewonnen  worden uit deze plant maar de opbrengt is zeer laag. Dat maakt de olie dan ook bijzonder prijzig. De parfumindustrie maakt er spaarzaam gebruik van. De geur is eerder zoet, kamferachtig met houtige ondertoon. Omwille van het hoge gehalte aan ketonen wordt de etherische olie van Hyssopus officinalis afgeraden, zeker voor inwendig gebruik. Een veiligere variant is hyssop decumbens.

Canadese guldenroede (Solidago canadensis)

 

De naam ‘guldenroede’ verwijst naar de kaarsrechte stengel die doet denken aan een roede met goudgele bloemen, vandaar ‘gulden’. De Latijnse benaming ‘Solidago’ verwijst naar ‘solidare agare’ wat zoveel betekent als gezond maken, helen.  De normale bloeitijd voor deze plant is augustus-september. Net zoals vele anderen is ze dit jaar voor op haar bloeitijd. Hij stond immers al welig in bloei in juli.  Mijn oog viel er voor het eerst op tijdens de wildpluksessie in juli waar hij ook pronkte in Lieve haar toekomstige tuin. Ondertussen heb ik hem ook bij ons gespot. 

Hij groeit vooral op ruige stukken grond, langs boskanten of waterkanten. Hij komt tegenwoordig bijzonder veel voor en is best wel een woekeraar te noemen. Dit in tegenstelling tot de echte Guldenroede, die in het wild eerder zeldzaam is geworden.

In tuinen vind je deze plant ook vaak terug, hij is immers ook een bijzonder goede bijenplant. Door zijn invasief karakter is het wel raadzaam om hem goed op te volgen, anders overwoekert hij in een mum van tijd andere planten.

Naar ondersteunende werking is het zo dat er heel veel soorten uit de  Solidago familie bestaan die min of meer helende eigenschappen vertonen. Vroeger vond je guldenroede terug in zowat alle wondkruidmengels ter verlichting van tandpijn, keelpijn en ter verzorging van wonden. De Indianen in Noord Amerika gebruikten de Canadese soort vooral om keelpijn te verzachten. In Europa ontdekte men in de 13e eeuw dat  de echte guldenroede bijzonder helende eigenschappen heeft op vlak van de nieren.Vandaag is de plant nog steeds ingeburgerd in de volksgeneeskunde als tonicum voor de nieren maar evenzeer inzetbaar bij vochtophopingen, als reiniger, ter verzachting van keelpijn of ter verzorging van wonden. Een bijzonder veelzijdige plant. 

 

Wat mij is bijgebleven op de wildpluk is dat je van deze plant een ‘zijdezachte olie’ kan maken om je huid mee in te strijken. We namen graag de proef op de som en hebben dus een maceraat gemaakt van de bloem op amandelolie die we vier weken hebben laten trekken. Wetende dat de plant wondhelend werkt zullen we hiervan ook nuttig gebruik maken om een zalf mee te maken.

 

 

Lievevrouwebedstro (Galium odoratum)

Laat de Latijnse benaming het al niet vermoeden? Dit bescheiden plantje heeft een bijzonder aangenaam aroma. Vooral dan het gedroogd plantgoed.  Dat komt ons goed van pas bij het uitdenken van nieuwe geurenmengelingen. De typische geur dankt de plant aan de aanwezigheid van coumarines, die bij het drogen uit elkaar vallen waardoor de geur subtieler wordt.

De Nederlandse benaming leunt aan bij de Christelijke legende dat dit kruid gebruikt zou zijn voor het opmaken van Maria’s bed.  De Germanen gebruikten dit plantje ter verering van Freya, godin van de geboorte. Verder werd lievevrouwebedstro ook beschouwd als een heksenwerend kruid. Het gebruik ervan als beschermingsmiddel tegen het kwaad is terug te vinden in veel gebruiken in Europa. Zo werden er bij voorbeeld tuiltjes lievevrouwebedstro aan het bedeinde gehangen van de zieken met koorts.

De plant is  een zeer mooi bodembedekkertje dat houdt van een schaduwrijk plekje. Het plantje bloeit volop in mei met mooie witte bloemetjes. Het oogsten ervan voor toepassingen gebeurt best voor de bloei. Ook bijzonder leuk is dat de blaadjes met acht samen een soort krans vormen.

Vroeger werd het kruid vaak gebruikt ter bevordering van de spijsvertering maar ook om wonden te helen. Het bevat net zoals Engelwortel krampwerende en digestieve eigenschappen.  Verder worden er ook mild slaapverwekkende eigenschappen aan toegeschreven. Vandaag de dag is het medicinaal gebruik ervan beperkt. Al vind je het wel nog terug in kruidenmengelingen voor tisanes.

Culinair kan je aan de slag met dit plantje in ondermeer gebak of om frisse drankjes mee te maken. Enkele takjes een paar uren laten trekken geeft een verfijnde smaak. Laat ze echter niet te lang trekken want anders komen er teveel coumarines vrij en daar kan je hoofdpijn van krijgen. Teveel coumarines kunnen ook aanleiding geven tot braken, dus spring zeker karig om met het gebruik van dit kruid.

 

 

 

Gelderse roos (Viburnum opulus)

Gelderse roos (Viburnum opulus)

 

12 jaar geleden, toen we hier kwamen wonen en ik nog niet zo veel bezig was met de tuin hebben we onze voortuin ingericht met planten zonder echt stil te staan of ze zich er wel goed zouden voelen. Zo hebben we er ondermeer een struik gezet – toen niet wetende wat de exacte naam was – die dus een Gelderse roos bleek te zijn.

De struik heeft het lange tijd goed gedaan in onze voortuin die Zuiders georiënteerd is. Maar de laatste jaren had hij het moeilijk. En dat begrijpen we nu echt ten volle, want deze struik houdt eerder van vochtige grond en een voedingsrijke bodem. Bij de make-over van onze tuin hebben we hem in november, toen de plant in rust was,  uitgegraven en een plek ik de achtertuin gegeven in half schaduw en veel betere grond. En ik zie toch al een paar botjes verschijnen, dus ik hoop dat hij het gered heeft en dat hij nog mooi verder kan bloeien. Want het is een heel mooie struik met prachtige witte bloemen in mei-juni en nadien mooie rode bessen.

De bessen worden door de vogels nauwelijks aangeraakt. Ze blijven erg lang hangen. Dit komt omdat ze niet zo lekker smaken en ook gematigd giftig zijn. Na de vorst zijn de gifstoffen enigszins verminderd en dan zullen vogels die het echt niet meer kunnen houden van de honger er zich wel eens aan wagen.  De plant zelf heeft niets met de rozenfamilie te maken, ook al doet de Nederlandse naam dit vermoeden. Dat komt omdat hertogen van Gerle de bloemen hadden afgebeeld op hun wapenschild. Althans dat dachten ze want in realiteit bleken het bloemen van de mispel te zijn.

Van deze plant wordt vooral de schors gebruikt omwille van de waardevolle samentrekkende eigenschappen. Dat maakt dit deel van de plant zeer interessant om krampen te verlichten: vooral menstruatiekrampen maar ook darmkrampen kunnen ermee gebaat zijn. Verder bevat de bast stoffen die bloedverwijdende eigenschappen hebben en tevens een tonicum vormen voor het hart.

Wil je met deze plant fytotherapeutisch aan de slag, consulteer dan steeds een erkend fytotherapeut en weet dat deze plant best niet gebruikt wordt in geval van lage bloeddruk en bij vrouwen die borstvoeding geven.

Toverhazelaar (Hamamelis)

Toverhazelaar  (Hamamelis)

Het leuke aan deze struik is dat het een zeer late bloeier is. De spinachtige bloemen die geel maar ook rood-oranje kunnen zijn — afhankelijk van de soort — verschijnen  pas tussen oktober en februari. Bij ons in de tuin verschijnen de gele bloemetjes zo rond eind januari. Voor mij een teken dat de cirkel weer bijna rond is en dat we weer opnieuw kunnen starten.  Op naar lente.

De wetenschappelijke naam van deze plant is Hamamelis virginia. Hama staat voor tesamen omdat de boom tegelijk bloemen als vruchten kan dragen. De soortnaam virginia is een verwijzing naar de staat Virginia waar deze struik veel voorkomt. In het Nederlands heeft deze plant de naam toverhazelaar gekregen. Dit omdat de bladeren sterk gelijkend zijn op die van een hazelaar maar met dat verschil dat aan deze plant magische eigenschappen werden toegeschreven.

Toverhazelaar werd bijzonder veel gebruikt door Indianenstammen van Noord-Amerika. Vroeger deden de twijgen ook dienst als wichelroede. Het Engelse Witchhazel verwijst niet zozeer naar heksen maar is afkomstig van het oude Saksische woord ‘wyche’ wat staat voor buigzame takken.

Deze plant werd al vermeld in de eerste kruidenboeken die in de Verenigde Staten verschenen.

Tegenwoordig kennen we vooral de toepassing van het hydrolaat van hamamelis, dat wordt verkregen door distillatie van de bladeren en twijgen.

Het hydrolaat kent veel toepassingen voor uitwendig gebruik (zoals in cosmetica). Dankzij de samentrekkende en zelfs antiseptische eigenschappen is het bijzonder geschikt in aftershave en in diverse gezichtscrèmes voor een rijpere huid. Het kan ook gebruikt worden om blauwe plekken en kneuzingen mee te verzachten.

Omdat er interactie met diverse medicatie en voedingssupplementen mogelijk is, mag je dit hydrolaat enkel op voorschrift en onder professionele begeleiding innemen.

Wanneer je een hydrolaat koopt, kies dan liefst één dat vrij is van bewaarmiddelen. Ik werk het liefst met de hydrolaten van Michel Vanhove, omdat ik daarvan weet dat ze volledig zuiver zijn. Indien je in de handel een dergelijk hydrolaat koopt, kijk dan steeds even de etiketten na.